donderdag 8 december 2011

Voorbeeld van EMDR

Voorbeeld van een EMDR-behandeling bij een kind
Een gevalsbeschrijving: jong meisje met terugkerende nachtelijke belevingen
Om de kenmerkende dynamiek van een EMDR behandeling te illustreren volgt een deel van een letterlijk verslag van een 8 minuten durende EMDR behandeling bij een zeer jong meisje.

Anja is een meisje van 32 maanden dat wordt aangemeld met slaapproblemen, met name angst voor het inslapen.. Deze klachten bestaan sinds enkele maanden. Zij is ervan overtuigd dat er een spook in haar kamer zit. Soms lukt het wel om in te slapen, maar ze kan al enkele uren later weer panisch wakker worden. Diverse interventies van de ouders waarbij werd getracht aan te tonen dat er zich geen spook in de kamer blijken niet het gewenste effect te hebben. De gevolgen van de onvoldoende nachtrust voor zowel het kind als de ouders doen de ouders besluiten hiervoor hulp te zoeken. Het indringend beeld van het spook dient als targetbeeld voor de EMDR procedure.

Th: Anja, ik heb gehoord dat jij een beetje bang bent voor een spook. Ja, hè?
Cl: (Knikt) 'Ja'
Th: Wat ik je straks wil vragen is aan het spook te denken. Dan moet je jouw handjes zo doen (pakt beide handjes vast en trekt die uit elkaar met de binnenkant van de handjes naar boven). Zo, ja oké? Oké, vraag ik je nu heel hard aan het spook te denken. Ja?
Oké, dan ga ik, dan tik ik tegelijkertijd op je handen. Ja? Oké.

[Set 'handtaps': tikjes ('om en om') op beide handen]

Cl: Spook
Th: Ja, het spook en waar is het spook?
Cl:. Weg
Th: Weg, ja oké, en als je nu denkt aan het spook, waar is het spook nu?
Cl: Bij ons thuis is het spook.
Th: Oké, bij jullie is het spook. Oké gaan we weer tikken. Zo, je mag ook bij mij tikken.

[Set 'handtaps']

Th: Denk jij aan het spook? Oké. En waar denk je nu aan?
Cl: Het spook.
Th: Ja, aan het spook; oké, om de beurt

[Set 'handtaps']

Th: Ja zo is het goed.Goed zeg! En nu, wat denk je?
Cl: Aan kabouter Plop.
Th: Oké, kom maar met je hand. Ja, met die ook.

[Set 'handtaps']

******
Th: Oké, en als je nu denkt aan het spook, is dat zo (heel erg) naar of is dat zo (minder) naar? Dit is heel erg naar (spreidt beide armen) en dit is maar een klein beetje naar (armen dicht bij elkaar).
Cl: Een klein beetje naar.
Th: Oké, denk maar aan het spook. Wat is het allernaarste nog aan het spook, als je er aan denkt?

[Set 'handtaps']

******
Cl: Ik wil boven spelen.
Th: Ja?
Cl: Ik heb ook televisie.
Th: Heb je ook televisie?
Cl: Daar staat ook een televisie.
Th: Ja, daar staat ook een televisie. Ja.
Cl: Maar ik heb ook thuis een bril.
Th: Heb jij thuis een bril?
Cl: Een zonnebril.
Th: Een zonnebril, echt waar?

[Set 'handtaps']

Th: Oh, en Anja, als je nu aan het spook denkt, hoe is het nu met het spook?
Cl: Niets.
Th: Niets met het spook. Oké, kom nog maar even.

[Set 'handtaps']

Th: Denk nog maar even heel erg aan het spook.
Cl: Ik denk dat het spook weg is.
Th: Oké, goed zo. Kom maar, dan gaan we daar aan denken. Dat het spook weg is en dat het nooit meer terugkomt. Want waar is hij naartoe?
Cl: Boodschapjes doen.
Th: Naar buiten toe? Ja, boodschappen doen, hè? Ja, en als je nu denkt aan het spook, waar is het nu?
Cl: Weg.
Th: Weg, oké nog één keer

[Set 'handtaps']

Cl: Dat is wel genoeg, hè?
Th: Hè?
Cl: Het is heel veel genoeg
Th: Ja, dit is het laatste. Dan is het echt genoeg, hè?
Cl: (knikt 'ja')
Th: Ja, klaar.

Na deze uiterst kortdurende interventie, die in totaal niet meer dan 10 minuten duurde, bleek het spook de volgende nacht te zijn verdwenen en kwam het niet meer terug. Anja kon weer slapen. De slaapproblemen hebben zich sindsdien niet meer voorgedaan.



Geen opmerkingen: